Dooradering
Het agrarisch landschap bestaat uit veel meer dan alleen de oppervlakte waarop landbouwactiviteiten plaatsvinden. Onder het agrarisch landschap vallen namelijk ook sloten, landschapselementen en de randen van een perceel. Al deze elementen zijn bepalend voor het landschapsbeeld dat ontstaat en vormen een belangrijk biotoop voor veel vogelsoorten.
De groene of droge dooradering in een landschap bestaat uit een netwerk van lijnvormige landschapselementen. Landschapselementen zoals houtwallen, heggen, bomenrijen maar ook hakhoutbosjes, struwelen en dijken vormen gezamenlijk een biotoop voor soorten als patrijs, geelgors, zomertortel en braamsluiper.
De blauwe of natte dooradering vormt een netwerk van sloten, natuurvriendelijke oevers, beken, moeras, rietlanden en plasdras gebieden in het agrarisch landschap. Dit is een belangrijk biotoop voor vogelsoorten als de slobeend, tureluur, watersnip en zwarte stern.
De variatie, de ruimtelijke samenhang en de aaneengeslotenheid van deze landschapselement in een gebied bepalen hoe geschikt een gebied is voor het foerageren, broeden en overwinteren van vogels. Naarmate er meer variatie in de overgangen van nat naar droog, maar ook van grasland of akker naar houtwal of singel in gebieden is, zullen meer vogelsoorten gebruik maken van het gebied.
Binnen de zoekbox hieronder kun je zoeken met trefwoorden naar bronnen over het thema Boerenlandvogels:
Kernpublicaties
- Gebiedskenmerken soorten droge dooradering agrarisch cultuurlandschap Kennisblad Veldwerkplaats VBNE 2018
- Boerenlandvogelbalans 2020, SOVON Vogelonderzoek
- Beheer van vogels in akkerland en kleinschalig cultuurland, Vakblad natuur bos landschap 2019